Heb jij je weleens afgevraagd waar het stopwoord zijn naam aan dankt? Als je denkt dat het verwijst naar het feit dat zo’n woord de communicatie onderbreekt, heb je het mis. Zoals blijkt uit woorden als ‘opstopping’ of ‘ontstoppen’, betekent ‘stoppen’ niet alleen ‘tegenhouden’ of ‘tot stilstand komen’, maar ook ‘dichtmaken’ of ‘met iets opvullen’. En dat is precies waar we stopwoorden voor gebruiken: om de leegte tussen twee uitingen op te vullen. In het Engels spreekt men van fillers, een begrip dat de lading beter dekt dan zijn Nederlandse equivalent.
Stopwoorden afleren of niet?
‘Eeuh’ is het stopwoord dat we veruit het vaakst gebruiken. Veel mensen die problemen hebben met presenteren, vullen er vrijwel alle stiltes mee op. Sommigen van hen proberen er uit alle macht van af te komen. Terecht: als je boodschap niet goed overkomt doordat je stopwoorden gebruikt, loont het inderdaad de moeite om ze af te leren.
Toch blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht dat ‘eeuh’ wel degelijk een functie heeft. 1 We geven er namelijk niet alleen mee aan dat we aarzelen, maar ook dat we graag aan het woord willen blijven. Daarnaast luisteren ontvangers beter als zenders ‘eeuh’ zeggen. Ze interpreteren dat woord “als een signaal dat er iets belangrijks komt: iets wat moeilijker te formuleren is, wat minder voorspelbaar is, iets onverwachts.” Als je vastberaden bent om je stopwoorden af te leren, denk dan nog eens na over het woord ‘eeuh’: misschien werkt het onbewust wel in je voordeel en vergroot je juist dankzij dit stopwoord je impact op het publiek.
Wat heb ik hier als spreker aan?
We hoeven ons niet al te druk te maken over onze stopwoorden, want ze maken deel uit van ons natuurlijke taalgebruik. Ook lopen we al snel het risico dat we ons erop gaan blindstaren, met een self-fulfilling prophecy als gevolg: dan praat je, eeuh, het verhaal – in feite – met stopwoorden een soort van aan elkaar, zal ik maar zeggen. Wil je desondanks van je stopwoorden afkomen? Hieronder krijg je vier tips om ze af te leren, met dank aan communicatiecoach Alex Lyon.
Tip 1: leer de stilte in je voordeel gebruiken
Deze tip is lastig in de praktijk te brengen, want het is vooral een kwestie van de juiste mindset. Veel mensen zijn geneigd om stiltes op te vullen, dus te stoppen, met betekenisloze woorden of klanken. Juist die stilte kan er echter voor zorgen dat je boodschap overkomt.
Door stiltes te laten vallen geef je luisteraars de kans om even te laten bezinken wat je gezegd hebt en zich voor te bereiden op de informatie die gaat komen. Deze tip vereist wat tijd en oefening, maar kan – zeker in combinatie met tip 4 – een blijvend effect opleveren.
Tip 2: ontwikkel een andere gewoonte door te oefenen
Een stopwoord is een gewoonte. Daardoor realiseren we ons vaak niet eens dat we er één gebruiken. Om je stopwoorden af te leren kun je die gewoonte doorbreken door je presentatie te oefenen, maar dan net een paar decibel luider dan je normaal gesproken doet.
In het begin voelt dit waarschijnlijk ietwat eigenaardig – en dat is precies de bedoeling. Want als het al vreemd voelt om je boodschap luider te verkondigen dan gewoonlijk, dan klinkt het helemaal gek als je ‘zeg maar’, ‘in feite’ of ‘eeuh’ harder zegt dan normaal. Probeer het maar eens. Je zult merken dat het werkt.
Tip 3: zeg ‘punt’ of ‘pauze’ in plaats van het stopwoord
Een derde manier om je stopwoorden af te leren is door ze te vervangen door een andere gewoonte: op het moment dat je normaal gesproken een stopwoord gebruikt, zeg je hardop ‘punt!’ of ‘pauze!’ Uiteraard is het niet de bedoeling dit te doen terwijl je voor een groep staat; je doet dit als je de presentatie oefent voor de spiegel of voor een bekende.
Dit advies is goud waard, want het dwingt je om te oefenen én op je taalgebruik te letten. Je wordt je dus bewust van je gewoonte terwijl je het praatje voorbereidt. Lukt het je niet om je eigen stopwoorden op te merken? Vraag degene voor wie je de presentatie oefent dan om ‘punt!’ of ‘pauze!’ te roepen zodra hij of zij een stopwoord hoort.
Tip 4: vervang je stopwoorden met je ademhaling
De vierde en subtielste tip om je stopwoorden af te leren is door ze te vervangen door een ademhaling. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Net als bij tip 2 en 3 is het van belang dit in eerste instantie heel nadrukkelijk te doen, dus om diep in en uit te ademen op het moment dat je een stopwoord wil gaan gebruiken.
Op die manier hoor je hoe vaak je het doet en zo maak je jezelf bewust van je gewoonte. Vanaf dat moment kun je langzaam maar zeker minder luidruchtig ademhalen, totdat het een tweede natuur is geworden om te ademen in plaats van te spreken.
Wil jij je stopwoorden afleren?
Zoals gezegd mag je best nu en dan een stopwoord gebruiken. Het wordt pas problematisch als je het zo vaak doet dat het je publiek gaat storen. De bovenstaande tips helpen je om je bewust te worden van de stopwoorden die je gebruikt. Dat is de fundamenteelste stap die je moet zetten om ze af te leren: als je ze eenmaal hebt opgemerkt verdwijnen ze vaak vanzelf.
BRONNEN
- Maris, Berthold van (2014). ‘Het grote nut van het stopwoordje eh‘. Geraadpleegd op 21 oktober 2019.