Dr. Nathalie Michels werd in 1986 geboren in het Vlaamse stadje Oudenaarde. Ze studeerde biomedische wetenschappen aan de Universiteit Gent en promoveerde in 2013 op een onderzoek naar het effect van chronische stress op het gezondheidsgedrag en lichaamsvet van kinderen. Sindsdien heeft ze meerdere artikelen gepubliceerd over de relatie tussen stress, emoties en voedsel.
Nathalie Michels over voeding en emoties
In 2018 gaf Nathalie Michels bij de Universiteit van Vlaanderen een college over het verband tussen emoties en voeding. Ze spreekt onder meer over de vicieuze cirkel waar je in terecht kunt komen als je ongezond eet terwijl je jezelf ongelukkig voelt. Wij analyseren haar college op basis van vijf criteria: presence, taalgebruik, voordracht, structuur en interactie.
Presence
Nathalie Michels staat zelfverzekerd op het podium. Ze kijkt met een open blik de zaal in, loopt rustig rond en gebruikt afgemeten handgebaren. Het is niet direct duidelijk of ze haar woorden spontaan kiest of een vooraf uitgeschreven tekst uitspreekt. Dit is een goed teken. Als ze een tekst opzegt, doet ze dat zo natuurlijk dat het niet opvalt. Als ze de tekst ter plekke bedenkt, is ze met volle aandacht en focus aanwezig in het moment. Dat duidt op ontspanning en beheersing. Wel zou ze bewuster om kunnen gaan met haar mimiek. Ze is geneigd vrij ernstig te kijken, terwijl ze met haar expressie juist haar overtuigingskracht zou kunnen vergroten.
Taalgebruik
Het taalgebruik van Nathalie Michels is afgemeten en kernachtig. Ze gebruikt precies voldoende woorden om haar kennis over te brengen. Dat is prettig voor het publiek, dat zich volledig kan concentreren op de inhoud van het college. Soms gebruikt ze termen die technisch klinken, zoals gestockeerd in plaats van opgeslagen. Dat is niet problematisch, omdat uit de context blijkt wat ze bedoelt. Toch kan een doelgroepanalyse van pas komen om haar woorden nader af te stemmen op het kennisniveau van het publiek.
Voordracht
Nathalie Michels gebruikt een afwisselende intonatie, laat voldoende pauzes vallen en zet het publiek aan het denken door vragen te introduceren die ze vervolgens beantwoordt. Ze schuwt niet om haar boodschap met behulp van beeld over te brengen. Zo heeft ze voorwerpen op het podium staan waarmee ze haar punt kracht bijzet en gebruikt ze slides met visuals. Daarmee appelleert ze aan beide informatieverwerkingskanalen van de toehoorders, namelijk het verbale en visuele kanaal.
Structuur
Het college is goed gestructureerd. Ze begint met storytelling om de aandacht te trekken, gaat de diepte in zodra ze het publiek geboeid heeft en eindigt met een samenvatting en twee tips. Verder legt ze de theorie helder uit. Zo begint ze bij het begin, dient ze concepten als pro- en prebiotica een voor een toe en gebruikt ze metaforen, bijvoorbeeld door immuuncellen te omschrijven als grondtroepen. Het is wel verwarrend dat ze tweemaal een 3G-model introduceert. De modellen zelf zijn goed te onthouden dankzij die afkorting, maar ze zijn juist niet zo makkelijk van elkaar te onderscheiden.
Interactie
Vanaf seconde één legt Nathalie Michels een connectie met de zaal. Ze begint met een persoonlijk en herkenbaar verhaaltje waarmee ze de aandacht naar zich toetrekt en identificatie opwekt bij het publiek. Ze onderbreekt deze anekdote met een gerichte vraag die ze voorlegt aan de aanwezigen. Zo heeft ze de toehoorders al bij het college betrokken voordat ze begint aan het inhoudelijke gedeelte. Bovendien verwijst ze gedurende het college meermaals naar de anekdote. Dat zorgt niet alleen voor samenhang en structuur, maar ook voor de nodige afwisseling.
Conclusie
Simpel presenteren is het moeilijkste wat er is – en dat is precies waar Nathalie Michels in slaagt. Ze spreekt beheerst, houdt een heldere structuur aan en verwerkt op een natuurlijke manier visuals en storytelling in haar presentatie. Ook creëert ze moeiteloos interactie met het publiek en werkt ze stap voor stap naar haar punt toe. Het resultaat is een kraakhelder college waar menig docent een voorbeeld aan zou kunnen nemen.