Op maandag 4 mei 2020 vond een ongewone dodenherdenking plaats. Het was niet alleen 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd van de Duitse bezetting, maar de plechtigheid voltrok zich bovendien op een lege Dam vanwege het coronavirus. Er was nog een reden waarom velen de nationale dodenherdenking van dit jaar als een bijzondere gebeurtenis beschouwden: de toespraak van koning Willem-Alexander. In dit artikel analyseren wij de toespraak zelf en de presentatievaardigheden van de koning.
Dodenherdenking 2020: de toespraak van koning Willem-Alexander
Van politici tot aan cabaretiers en van artiesten tot journalisten: de meeste mensen waren lovend over de herdenkingstoespraak van koning Willem-Alexander. Het staatshoofd maakte indruk met zijn openhartigheid over zijn overgrootmoeder, zijn verhaal over een concentratiekampoverlevende en met zijn authentieke manier van spreken.
Het verhaal: een voorbeeldige toespraak
Tekstueel gezien zit de toespraak degelijk in elkaar. De koning start logischerwijs met een verwijzing naar de actualiteiten. Een dodenherdenking op een lege Dam is een unieke gebeurtenis en het zou vreemd zijn als hij hieraan voorbij zou gaan. Vervolgens begint hij aan een beschouwing over vrijheid. Dat doet hij aan de hand van een verhaal over Jules Schelvis, een man die zeven concentratiekampen overleefde. Willem-Alexander gebruikt dit verhaal als context voor de rest van zijn beschouwing, waarin hij actualiteiten, maatschappelijke kwesties en persoonlijke overdenkingen ter sprake brengt. Na een kleine zeven minuten sluit hij af met een boodschap van hoop en saamhorigheid.
“Sobibor begon in het Vondelpark. Met een bordje: ‘Voor Joden verboden’.”
Koning Willem-Alexander tijdens de dodenherdenking
Het taalgebruik is sober. Dat is niet alleen prettig omdat de tekst daardoor goed te volgen is, maar ook omdat de weinige beelden die gebruikt worden direct in het oog springen. Schelvis wordt bijvoorbeeld omschreven als ‘breekbaar maar ongebroken’. Met drie woorden is de man treffend uitgebeeld. Het is niet de enige keer dat Willem-Alexander een tegenstelling gebruikt om zijn boodschap over te brengen. Zo stelt hij vrijheid tegenover onvrijheid en roept hij de luisteraar op niet normaal te maken wat niet normaal is. De kracht van deze stijlfiguur is dat ze het publiek onwillekeurig aan het denken zet.
Storytelling als ultiem verbindingsmiddel
We hebben al vaker geschreven over de kracht van storytelling als middel om spreker en publiek met elkaar te verbinden. Tijdens deze dodenherdenkingstoespraak levert storytelling zonder meer het gewenste effect op. Uit onderzoek van de Radboud Universiteit blijkt dat we ons willen identificeren met de hoofdpersoon. 1 In dit geval gaat het verhaal over iemand met wie de meeste luisteraars zich niet goed kunnen identificeren, omdat ze zich geen voorstelling kunnen maken van zijn leed.
Het publiek leeft mee met de koning – en luistert dus aandachtig
Daarom is het slim dat de koning een verhaal vertelt over hoe hijzelf de ontmoeting met Jules Schelvis ervaren heeft. Op die manier zorgt hij ervoor dat het publiek zich in niet in de positie van Schelvis, maar in die van de koning verplaatst: een naoorlogse Nederlander die nederig het verhaal van een kampoverlevende aanhoort. Mensen kunnen zich maar al te goed identificeren met de eerbied die Willem-Alexander voelt voor Schelvis, die ondanks zijn verleden vertrouwen in de mensheid heeft gehouden.
De presentatie: “strak en echt”
Arjan Lubach twitterde direct na de toespraak tijdens dodenherdenking dat hij de koning nog nooit ‘zo strak en echt’ had horen spreken. Koninklijk Huis-verslaggever Sander Paulus sloot zich daarbij aan. “De uitstraling van de koning was sterk en krachtig. Met zijn handen zette hij zijn woorden op het juiste moment kracht bij. Ik hoorde geen enkele verspreking. De beste toespraak die ik ooit van de koning heb gezien.” 2 Overigens verspreekt de koning zich wel degelijk: op minuut 6.36 heeft hij het over ‘rechtstraat’ in plaats van rechtsstaat.
Toch kan het ontspannener
Kennelijk is de koning erin geslaagd zijn publiek te raken. Daarmee heeft hij het doel van deze toespraak om de luisteraars aan het denken te zetten met verve behaald. En toch kan hij het een en ander verbeteren aan zijn presentatievaardigheden. Het belangrijkste is dat hij zijn stem beter onder controle moet krijgen. Willem-Alexander haalt hoog adem, bijna vanuit zijn keel, terwijl hij vanuit zijn buik zou moeten ademen. Een voorbeeld van een spreker die zijn stem juist goed onder controle heeft is Lammert Kamphuis. Verder komt de koning vrij gespannen en opgelaten over. Het zou hem goed doen als hij wat minder mechanisch zou spreken en zijn tekst wat losser zou voordragen.
Misschien is het niet eerlijk om te kritisch te zijn op een speech die zo constructief van aard is. We hebben het hier echter wel over een staatshoofd dat geregeld toespraken houdt. Van hem mag je verwachten dat hij zijn presentatievaardigheden tot in de puntjes beheerst – en niet dat hij op zijn 53ste nog steeds zijn boodschap wat ongemakkelijk verkondigt. Uiteraard kunnen smaken verschillen en spreekt zijn kwetsbaarheid juist de toeschouwers van de dodenherdenking aan. Technisch gezien valt er echter het nodige te verbeteren aan de overtuigingskracht van de koning.
Spreek jij groepen overtuigend toe?
Wil jij leren om een publiek overtuigend toe te spreken? Lees dan onze ultieme presenteergids voor professionals, schrijf je in voor een van onze cursussen of neem rechtstreeks contact op met De Presenteerschool.
Vond je dit een interessant artikel? Laat dan een comment achter en deel de post via social media met je contacten.
Bronnen
- Beentjes, H., Graaf, A. de, Hoeken, H. & Sanders, J. (2007). ‘De rol van identificatie in narratieve overtuiging.’ Tijdschrift voor Taalbeheersing, vol. 29, nr. 3, p, 247. Geraadpleegd op 23 april 2020 via https://bit.ly/34WfaNX.
- RTL (2010), ‘Koning kritisch over rol Wilhelmina in krachtige en indrukwekkende toespraak’, geraadpleegd op 5 mei 2020 via https://bit.ly/2YDy4YA.
2 reacties