In 2009 ontdekten twee Amerikaanse neuropsychologen dat we twee stofjes aanmaken als we een spannend verhaal zien, horen of lezen over een hoofdpersoon die een ontwikkeling doormaakt: het knuffelhormoon oxytocine en het stresshormoon cortisol, dat ervoor zorgt dat we ons focussen op de veroorzaker van de stress. 1 Blijkbaar luisteren we er dus empathisch en gefocust naar. Een van de modellen om zo’n verhaal te vertellen is de verhaalcirkel.
De verhaalcirkel: een moderne variatie op verhaalstructuren
Een effectieve manier om je publiek mee te nemen op reis met de hoofdpersoon, is door het verhaal op te bouwen aan de hand van de verhaalcirkel. Dat model is ontworpen door de Amerikaanse scenarioschrijver Dan Harmon en vloeit voort uit andere verhaalstructuren, zoals de drie-actstructuur van Syd Field en de monomythe van Joseph Campbell.
De verhaalcirkel in één zin
Harmon brengt deze modellen terug tot een proces van acht stappen, waarvan je de basis als volgt kunt formuleren: “Als jij iets nodig hebt, dan ga je ergens heen om het te zoeken. Je vindt het, neemt het mee, keert terug en bent veranderd.” Die zin kun je opdelen in acht stappen: jij – hebt nodig – gaat – zoekt – vindt – neemt – keert terug – verandert. Oftewel: you – need – go – search – find – take – return – change.
Volgens Harmon hoeft een verhaal deze structuur niet altijd te volgen, maar als het geen gelijkenissen met de verhaalcirkel vertoont, is het simpelweg niet herkenbaar als verhaal. 2 In elke stap maakt de hoofdpersoon iets mee dat het verhaal een andere richting instuurt. Doorgaans verschillen de stappen overigens van lengte. Stap 4 (Search) en stap 7 (Return) duren meestal vrij lang, terwijl stap 5 (Take) zomaar uit één shot kan bestaan.
De verhaalcirkel stap voor stap
Hieronder bespreken we de stappen één voor één.
- You: de hoofdpersoon bevindt zich in een comfortzone.
- Need: de hoofdpersoon heeft iets nodig. Doorgaans komt dat doordat er iets gebeurt wat het personage uit de comfortzone haalt.
- Go: de hoofdpersoon belandt in een ongewone situatie.
- Search: de hoofdpersoon stelt zich in op de ongewone situatie en gaat op zoek naar wat hij nodig heeft. Deze zoektocht gaat vaak gepaard met allerlei uitdagingen.
- Find: de hoofdpersoon vindt wat hij zoekt.
- Take: de hoofdpersoon betaalt een hoge prijs voor wat hij gevonden heeft.
- Return: de hoofdpersoon keert terug naar de gewone situatie. Meestal gaat dit niet vanzelf, want opnieuw moet de hoofdpersoon eerst een aantal beproevingen doorstaan.
- Change: de hoofdpersoon heeft iets veranderd of is zelf veranderd door wat hij heeft meegemaakt.
De verhaalcirkel beschrijft dus niet alleen een avontuur, maar ook een proces dat de hoofdpersoon doormaakt.
Vertel jij boeiende verhalen?
Als je het publiek wilt meenemen met de ontwikkeling van je hoofdpersoon, kan de verhaalcirkel van Harmon je daarbij helpen. Het is een nuttig model waar talloze storytellers dankbaar gebruik van maken.
BRONNEN
- Zak, P. (2015). ‘Why Inspiring Stories Make Us React: The Neuroscience of Narrative‘, Cerebrum: the Dana forum on brain science, vol. 2, geraadpleegd op 23 april 2020.
- Harmon, D. (2017). ‘Story Structure 106: Five Minute Pilots‘, Channel 101 Wiki, geraadpleegd op 23 april 2020.