Wie zich in presenteren verdiept, stuit op een grote diversiteit aan vaktermen. De Presenteerschool licht deze vaktaal kort en krachtig toe met behulp van woordenboeken en vakinhoudelijke bronnen. Vandaag staat het begrip assertiviteit centraal.
Assertiviteit: waar verwijst het naar?
Assertiviteit is een zelfstandig naamwoord. Het online woordenboek Nederlands van Prisma definieert de term als ‘zelfverzekerdheid’ en ‘de durf om voor jezelf op te komen’. Dat is een rake definitie: als je assertief bent, dan weet je waar je grenzen liggen, durf je die te bewaken en verdedig je jezelf tegen een onheuse behandeling van anderen.
Waar komt de term vandaan?
Volgens het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands is het assertiviteit in 1970 vanuit de therapiewereld in de Nederlandse taal terechtgekomen. Het is ontleend aan het Engelse assertive of self-assertive, wat verwijst naar iemand die zijn of haar eigen persoon of mening graag op de voorgrond stelt. 1 Dat woord is afgeleid van het werkwoord to assert, wat betekent dat je met overtuiging een bewering of recht verdedigt of handhaaft. Dit werkwoord stamt af van het Latijnse asserere, dat ‘handhaven’ of ‘aanspraak maken op’ betekent.
Waarom is deze term belangrijk?
Enerzijds heeft assertiviteit te maken met zelfkennis. Je moet weten waar je grenzen liggen en scherp aanvoelen wanneer iemand die niet respecteert. Anderzijds heeft het te maken met presentatievaardigheden. Als jij jezelf vanaf de eerste dag presenteert als iemand die zelfbewust is, voor zichzelf opkomt en zich niet voor het karretje laat spannen, voorkom je dat anderen bedoeld of onbedoeld misbruik van je maken.
Assertiviteit: kom jij voor jezelf op als professional?
Om jezelf als professional onder hoge werkdruk staande te houden, moet je voor jezelf kunnen opkomen en in staat zijn je eigenbelang te verdedigen. Als jij de juiste balans weet te vinden tussen sub-assertief en agressief gedrag, wordt het een stuk prettiger om je werk uit te voeren.